Kunst & Cultuur
Germaanse sporen in het veld
- Leestijd 4 minuten
- 3013 x bekeken
Lees hier over
-
Knisperende kronkelpaadjes
-
Bloeitijd
-
Tastbaar verleden
-
Fietsroute
Waar moet een fijne route aan voldoen volgens de meeste fietsers? Liefst veel variatie qua landschap en rustige weggetjes of fietspaden. Maar ook graag wat historie of cultuur. En dat biedt deze gloednieuwe Slinger van Salland. De Germanenroute Oer Vuur IJzer rondom Heeten en Raalte duikt in een geschiedenis die nog niet zo bekend is, namelijk die van de Germanen.
Knisperende kronkelpaadjes
De Stichting Fiets- en Wandelroutes Heeten heeft namelijk met Europees geld een prachtig netwerk van halfverharde gele fietspaden aangelegd. Ze kronkelen door de weilanden langs oude boerderijen. En door bosjes, met hier en daar een bult. Oftewel een belt, zoals de Sallanders zeggen. Die belten liggen zelfs langs het Overijssels Kanaal, waardoor je kuiten wat gekieteld worden. Bovendien dobbert in het kanaal een pontje dat je met eigen spierkracht naar de overkant brengt, al gaan er stemmen op om de pont op zonenergie te laten werken.
De grote motor achter de fiets- en wandelpaden, Dominique Doedens is inmiddels ook voorzitter van de werkgroep Oer Vuur IJzer. Enkele dorpsgenoten reageerden in de zomer van 2017 op een verzuchting van amateurarcheoloog Bert Terlouw:
“Wat jammer dat er niets gedaan wordt met het rijke Germaanse verleden van Heeten.” Terlouw hield destijds een zeer goed bezochte lezing over de opgravingen die hij in Heeten op gang bracht bij de bouw van een nieuwbouwwijk en een industriewijk. Zijn opmerking was niet aan dovemansoren gericht, wat leidde tot de oprichting van de Stichting Germanen Heeten.
Bloeitijd
Uit de opgravingen blijkt dat Heeten hét centrum van de ijzerindustrie was tussen 250 en 350 na Christus. De Germanen stopten stukken oer (grond met ijzerdeeltjes) in kleiovens. De ijzerdeeltjes smolten tot brokken ruw ijzer. Die transporteerden ze naar Wesepe, waar het ruwe ijzer tot landbouwwerktuigen en wapens werd gesmeed.
De ‘hoogovens van Salland’, zoals Terlouw zegt, zorgden ervoor dat in Heeten een bloeiende nederzetting ontstond met tientallen tot honderden mensen. Er lagen restanten van zo’n twintig huizen, zelfs een woonhuis van 42 meter. “Dat was vermoedelijk het huis van de hoofdman, die banden had met de Romeinen. We ontdekten er Romeinse haarspelden, scherven van luxe aardewerk en in de waterput ernaast een unieke Romeinse mantelspeld.”
Toen Terlouw samen met iemand anders aan het eind van een opgravingsdag bij toeval in een kuil keek, zag hij iets opmerkelijks: ze vonden een bronzen zwijntje. “Het is mogelijk een versiersel van een meubel of een embleem van een Romeinse helm. Romeinse soldaten wilden daarmee laten zien hoe mannelijk ze waren”, vertelt hij.
Tastbaar verleden
Alle bodemschatten liggen inmiddels goed opgeborgen in het depot van de archeologische dienst in Deventer. Moet je het als fietser dan alleen van je fantasie hebben als je door het aantrekkelijke Sallandse landschap fietst? Nee hoor. Zo kom je al na een paar honderd meter langs het Germanenmonument aan de Dorpsstraat. Je glijdt de enk af en even later klim je weer omhoog. Daardoor weet je dat je het opgravingsgebied weer binnentreedt, want juist die enken zijn de plekken waar de Germanen zich vestigden. Onderweg kom je nog twee van deze enken met een Germaans verleden tegen.
Maar bovenal, de werkgroep Oer Vuur IJzer heeft voor komende zomer allerlei zaken op de rit staan die het Germaanse verleden nieuw leven inblazen. Jan Regelink en Ben Schrijver vertellen namens de werkgroep: “Straks kun je je bezoek aan Heeten starten in de Germanenkamer in het KulturhusTrefpunt. Op interactieve wijze krijg je de geschiedenis voorgeschoteld, ontwikkeld door een gespecialiseerd bureau. Daarnaast kun je onderweg in Heeten écht inzoomen op de Germanen dankzij de nieuwe informatieborden die op cortenstaal zijn bevestigd. De roestkleur van cortenstaal verwijst mooi naar het oer, de oorsprong van dit hele project.”