Historische Centrumroute Raalte

Type
Wandelen
Afstand
4,2 km
Duur
1:03

Tijdens de route maak je kennis met het dorp Raalte van vroeger. Wandel door het centrum en beleef de historie die nog zichtbaar is. Er is veel verdwenen maar via oude foto's, anekdotes en audioverhalen wordt het verleden weer tot leven gebracht. Geniet ook van de typische Sallandse uitspraken.

Startpunt

Start bij het terras voor hotel de Zwaan, Kerkstraat 2 in Raalte. Volg de gele markering van het wandelnetwerk. De informatieborden geven meer informatie over de historische bezienswaardigheden onderweg. Scan de QR codes op de borden en laat je verwonderen door oude foto's, interessante audiofragmenten en vergelijk vervlogen tijden met het heden via schuiffoto’s, die de oude en nieuwe situatie naast elkaar laten zien. Mis deze reis door de tijd niet. Ontdek het verborgen verleden van Raalte!

Toegankelijkheid

Om foto's te bekijken en de audioverhalen te beluisteren, kun je de informatie uitklappen, door op het 'dakje' naast de bezienswaardigheid te klikken.

Colofon

Deze route is tot stand gekomen mmv Gemeente Raalte, de Historische Vereniging Raalte en omstreken en Salland Marketing

  • C1. De Zwaan

    C1. De Zwaan

    De eerste vermelding van ‘De Zwaan’ is van 1762. Het was een brouwerij annex herberg die ‘De Witte Swaen’ werd genoemd. Wellicht is de naam gekozen als tegenhanger van ‘De Swarte Arent’, de herberg die verderop in het dorp stond. De boeren uit de omgeving konden hier hun bier laten brouwen.

    Ze brachten een schepel gerst (ongeveer 33 liter) naar de brouwerij en voor 8 stuivers werd er een vat bier van gebrouwen. Het pand was eeuwenlang in het bezit van de familie Jorink.

    Ze bezaten het logement met twee schuren, een theetuin met koepel aan de overkant (nu Herenstraat 1) en een stuk grond bij De Zwaan. De band tussen De Zwaan en de familie Jorink was hecht. Zo werd Theodorus Lambertus Jorink - die in 1860 het pand op zijn naam kreeg - Zwaenenderck genoemd.

    Voor het pand stond een zogenaamde leugenboom. Op dit punt, waar vijf straten uitkwamen, kwamen dorpelingen bijeen en werden nieuwtjes uitgewisseld. Wat ervan waar was: de naam zegt genoeg! In 1976 verdween het oude pand en werd er nieuwbouw gepleegd.

    Een stukje historisch Raalte was verloren gegaan door de vernieuwingsdrift van de jaren vijftig, zestig en zeventig.

    Het verhaal van De Zwaan, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C2

    Steek via het zebrapad de Kerkstraat over en houd rechts aan. Je staat nu aan het begin van de Herenstraat. Bij het pand links op de hoek staat informatiebord C2.

  • C2. Herenstraat 1

    C2. Herenstraat 1

    Het pand Herenstraat 1 is omstreeks 1830 gebouwd op een voormalige theetuin met koepeltje, die behoorde bij hotel De Zwaan. In die tijd kwamen veel Duitse marskramers - Tödden genoemd - naar het ‘steenrijke’ Holland, en ook naar Raalte.

    De 24-jarige Wilhelm Remmers was er een van. Hij streek neer in Raalte en hij begon een negotie in linnen en aanverwante artikelen. Hij ging om met Dora van de Belt, de dochter van de smid Gerhardus van den Belt en Gerardina Jorink.

    Die woonden waar nu bakkerij Jorink gevestigd is. Het jonge stel kreeg toestemming van de herbergier Jorink van De Zwaan om op de plek van de theetuin een huis te bouwen. Tot maar liefst 1986 bleef er een manufacturenwinkel in het pand gevestigd.

    Het pand was altijd goed onderhouden en in oorspronkelijke staat gehouden. Mede daardoor kon in 1991 het pand het predicaat Rijksmonument worden verleend.

    Het had een originele betimmering en houtnerfbeschildering, een stijlkamer in Biedermeijer stijl en de oorspronkelijke keuken met grote schouw. Alleen de voorpui was in 1905 veranderd; voor het overige had het pand er altijd precies zo bij gestaan.

    Luijken Speculaas, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C3

    Loop 50 m. de Herenstraat in. Aan de rechterkant staat informatiebord C3.

  • C3. Het Liefdegesticht

    C3. Het Liefdegesticht

    In 1858 vestigde de Congregatie van de Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid zich in Raalte. Dit na een verzoek van de toenmalige pastoor Cornelis Pas.

    Na een inzameling onder parochianen kon voor f 10.600,‒ het huis met tuin van de overleden notaris Fortuyn aan de Herenstraat worden aangekocht. Dit pand werd verbouwd tot ‘Liefdegesticht’ en er vestigden zich drie zusters.

    In de eerste veertig jaar waren de zusters van Liefde vooral actief in het onderwijs. In de zogenoemde Taalschool kregen meisjes katholiek onderwijs; jongens moesten naar de openbare school.

    Het takenpakket werd echter groter doordat er ook steeds meer zieken en oude mensen werden verzorgd. Zo groeide het aantal zusters en werd het pand herhaaldelijk verbouwd. In 1898 wordt het oude pand verbouwd tot een zusterhuis.

    Rond 1900 was er onvoldoende ruimte meer in het pad en moesten zieken en ouden van dagen zelfs worden afgewezen. Aan de Kerkstraat werd daarom het Sint Bernardusgebouw gebouwd en in 1902 werd daarin de katholieke Taalschool voor meisjes gevestigd.

    Het pand aan de Herenstraat werd opgeknapt en werd een ‘gasthuis’: de voorloper van een echt verzorgings- en ziekenhuis. Er werd een slaapzaal voor oude vrouwen ingericht en er werd een speciaal ingerichte kamer voor een zieke gemaakt.

    In 1904 werden de eerste bejaarde mannen opgenomen en werd er een operatie uitgevoerd. Al vlot daarna werden er plannen gemaakt voor de bouw van een nieuw verzorgings- en ziekenhuis.

    Het zou echter tot 1932 duren voordat het nieuwe Liefdegesticht ‘Angeli Custodes’ geopend werd op de hoek van de Burgemeester Kerssemakersstraat en de Hofstedelaan. In 1911 begonnen de zusters met de verzorging van hulpbehoevenden thuis: het begin van de wijkverpleging in Raalte.

    Na de oorlog werd dit overgenomen door het Rooms-katholieke Wit-Gele Kruis en voor wie niet katholiek was het Groene Kruis. Deze organisaties boden ook kraamzorg en er was een consultatiebureau voor ouders met kleine kinderen.

    Het verhaal over Miene Walraven, door Gerard Oosterlaar (Höllenboer)
  • route naar C4

    Loop 100 m. verder. Links op de hoek van de Grote Markt staat informatiebord C4.

  • C4. De Zwarte Arend

    C4. De Zwarte Arend, Raalte

    In 1851 kocht Willem Kuttschrütter het logement met bijbehorende percelen en landerijen, waaronder bouw- weide- en heidegrond. Meer dan vijftig jaar zou Willem Kuttschrütter, samen met zijn vrouw, De Zwarte Arend beheren.

    Zou de naam gekozen zijn als tegenhanger van het andere logement in het dorp, De Witte Swaen? In 1904 werd De Zwarte Arend met grond en opstallen aan de gemeente Raalte verkocht om ruimte te maken voor de Grote Markt.

    Behalve een nieuw gebouwde stal werd alles met de grond gelijk gemaakt. Ook de straat kreeg een andere naam. De Langestraat werd opgesplitst: ten noorden van De Plas werd het de Herenstraat, ten zuiden ervan de Grotestraat.

    In 1809 bezocht koning Lodewijk Napoleon tijdens een reis door Oost-Nederland ook Raalte. Op de vraag wat er bijzonder was aan Raalte, werd geantwoord dat de toren lager was dan kerk.

    Lodewijk Napoleon logeerde waarschijnlijk in het ‘logement’ De Zwarte Arend. In zijn verslag schreef hij dat Raalte een vroedvrouw met één oog had.

    Het verhaal van de Zwarte Arend, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C5

    Je draait je om naar rechts zodat je de oude Plaskerk ziet. Aan de overkant van de straat staat informatiebord C5.

  • C5. De Plas

    C5. De Plas

    Waarschijnlijk was Raalte -Raelt - in de vroege middeleeuwen niet de naam van dit dorp, maar een streeknaam. De naam is waarschijnlijk afgeleid van ‘Radeholte’ , wat een gerooide plek (rade) in een hoger gelegen bos (holt) betekent.

    In deze streek lagen buurtschappen met verspreide boerderijen, waaronder Raan. De bewoners kwamen periodiek op een centrale plek bijeen om onderwerpen te bespreken die iedereen aanging, geschillen op te lossen en recht te spreken.

    Deze plaats werd de tij of thie genoemd en bevond zich hier op De Plas - ‘de plaats’. Dit was dus de tij van Raan: Tijenraan. Hieromheen is het dorp ontstaan dat de naam van de streek kreeg: Raalte. En zo is Tijenraan dus de plaats waaromheen Raalte ontstaan is.

    Het verhaal van De Plas, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C6

    Loop 30 m. naar rechts voor de winkels langs. Aan je linkerkant is de Plaskerk. Hier zie je informatiebord C6.

  • C6. Het Münsterse Posthuis

    C6. Het Münsterse Posthuis

    De noordwestelijke hoek van De Plas zag er zo’n honderd jaar geleden heel anders uit. In 1832 werd bij Koninklijk Besluit een paardenwisselstation van de Paardenposterij bij De Plas gevestigd. Raalte lag namelijk op de postroute Amsterdam-Münster.

    De postmeester werd verplicht om het station met zes paarden en twee postillions (koetsiers) bezet te houden. De paardenposterij met stal lag ongeveer op de plaats waar nu De Gouverneur staat, maar de exacte plaats is niet bekend.

    Waar nu het terras is, stond in 1851 - evenwijdig aan de Herenhof - een herberg: het Logement Fels. Tot 1882 was hier de ‘gemeentekamer’ gevestigd en ook daarna zouden hier nog vergaderingen gehouden worden.

    In 1889 werd het Logement Fels in gebruik genomen door de PTT (het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie) als postkantoor. Er verscheen een karakteristiek pand dat het Münsterse Posthuis werd genoemd.

    Links ervan was er een café, waarvan in 1890 Jan Willem Buijs de tapper was. Omstreeks 1919 werd er nieuwbouw gepleegd links naast dit café, omdat het oude café bij het postkantoor werd aangetrokken.

    In 1966 moest zowel het café als het Münsterse Posthuis verdwijnen voor de aanleg van de Münstersestraat. Zo zou de nieuwe wijk Westdorp met het centrum worden verbonden. Ook werd het pand De Hoven aan de overkant van de straat een stuk ingekort.

    De reden was omdat anders de doorgang naar De Plas te smal zou zijn. Op de plaats van het café en het Münstersche Posthuis is het pand van De Gouverneur gebouwd. Ook hier won de ‘vooruitgang’ het weer van historisch erfgoed.

    Het verhaal van het Münsterse Posthuis, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C7

    Iets voorbij de Plaskerk zie je een wit pand: ‘De Hoven’. Voor het pand rechts zie je informatiebord C7.

  • C7. De Hoven

    C7. De Hoven

    De Hoven was oorspronkelijk de pastorie van de Plaskerk en werd De Crulshof genoemd. De verdere historie van het pand is moeilijk te achterhalen, maar volgens wijlen Herman Hannink is het huis omstreeks 1800 gebouwd.

    Op de kadastrale kaart die rond 1832 is vervaardigd, komt het huis voor en was het eigendom van de weduwe Loseman uit Deventer. Het perceel bestond uit wat kleine optrekjes met wat grond.

    Tussen 1832 en 1840 wordt het huis met bijgebouwtjes verkocht aan dokter T.A. Kistemakers. Hij was de eerste ‘docter’, zoals het toentertijd werd genoemd, die werkte en woonde in De Crulshof. Behalve een enkele medische verklaring in het gemeentearchief is er weinig bekend over deze geneesheer.

    In 1848 kocht baron D.H. Bentinck van Schoonheeten het zogeheten ‘doktershuis’. Bentinck was kantonrechter en nam het in gebruik als rechtbank. In de Crulshof werd toen enkele dagen per maand rechtgesproken.

    Later vertrok de rechtbank naar het dorpscafé de Zwarte Arend, het pand dat gesloopt is om de doorgang te maken voor de Grote Markt in Raalte.

    De baron verkocht het pand in 1872 aan dhr. Giese. Hij verkocht het inmiddels verbouwde pand in 1901 aan Wilhelmus Johannes Kutschrütter, die er als arts zijn intrek nam. Dokter Kutschrütter, bijgenaamd d’ olde pille, oefende daar enkele decennia zijn praktijk uit.

    Kuupertiesdag, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C8

    Ga linksaf en loop voor de ‘De Hoven’ langs. Bij de ingang van de Plaskerk zie je informatiebord C8.

  • C8. De Plaskerk

    C8. De Plaskerk

    De oorsprong van de Plaskerk gaat ver terug in de tijd. In een oorkonde uit het jaar 1123 wordt er al vermeld dat er een kerk in Raalte is. Uit bouwhistorisch blijkt ook dat de oudste stenen kerk hier rond het jaar 1100 is gebouwd.

    De kerk was waarschijnlijk gebouwd van blokken ijzeroer. Hiervan zijn er nog enkele te zien in het koor: het zijn de donkere blokken steen in de muur. Stel je voor hoe donker de muren van de kerk eruit zullen hebben gezien!

    De blokken ijzeroer zijn gedolven in Ramele, in de buurt van het daar ontdekte mottekasteel. Dit was niet verwonderlijk, omdat de ridder van Ramelo veel invloed hadden op het reilen en zeilen van de Plaskerk.

    Zo hadden zij het patronaatsrecht: het recht om een voorstel voor de benoeming van een pastoor te doen. Daarnaast traden ze meermalen op in het gevolg van de bisschop van Utrecht. Deze was de geestelijk leider en de vorst van het Oversticht, waar Raalte toe behoorde.

    Al is de kerk het oudste gebouw van Raalte, het is in de loop der eeuwen regelmatig verbouwd en uitgebreid. Zo werd in het tweede kwart van de 15e eeuw het romaanse koor vervangen door een ruimer gotisch koor.

    Waarschijnlijk werd het Romaanse schip pas aan het begin van de 16e eeuw vervangen door een hoger gotisch schip. Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog werd de Plaskerk verwoest, maar ook weer vlot herbouwd.

    In 1673 dreigden de muren in te storten en moest de dorpssmid trekstangen en muurankers aanbrengen. Deze zijn nog steeds zichtbaar in de kerk. In 1694 stortte de toren in.

    Waarschijnlijk had dit alles te maken met de middeleeuwse fundamenten die niet stevig genoeg waren. Deze waren gemaakt van blokken ijzeroer uit de omgeving. De nieuwe toren werd daarom niet hoger herbouwd dan de kerk zelf.

    In de periode 1969-1975 werd de Plaskerk gerestaureerd en de toren werd toen acht meter verhoogd. Ook zijn bij de restauratie de oorspronkelijke middeleeuwse secco’s - schilderingen op een droge pleisterlaag - weer tevoorschijn gekomen.

    Ze zaten onder een dikke kalklaag die er in de loop der eeuwen op aangebracht was. Bijzonder zijn ook de gebruikte bouwmaterialen in het koor. Bouwmaterialen waren in de 15e eeuw duur en daarom werden oerstenen van de eerste kerk gebruikt.

    Verder zien we tufsteen uit de Eifel. Dit is waarschijnlijk aangevoerd via Deventer, een belangrijke hanzestad in die tijd. In het boekje ‘Parels van de Plaskerk’ staat een complete beschrijving van de kerk en haar geschiedenis.

    Schilder Johan Hartman, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C9

    Als je 30 m. verder loopt, zie je links informatiebord C9 vlak voor het Annahuis.

  • C9. Het Annahuis

    C9. Het Annahuis

    Het Annahuis is genoemd naar Anna Bentinck, die het in 1865 heeft op haar kosten heeft laten bouwen voor de Raalter bevolking als naai- en breischool. Spoedig werd het ook als bewaarschool voor kleine kinderen gebruikt.

    Anna was de echtgenote van mr. Derk baron Bentinck, heer van Schoonheten, de havezate ten zuidoosten van Raalte. Het echtpaar was erg sociaal betrokken en de bouw van het Annahuis was hier een voorbeeld van.

    Na haar dood in 1888 kwam het Annahuis onder beheer van het kerkbestuur van de Plaskerk. De Annaschool is door het kerkbestuur niet meer als school geëxploiteerd maar voor verschillende andere doeleinden gebruikt.

    Bij overlijden bijvoorbeeld werden één of twee lokalen gebruikt als rouwkamer. Ook verschillende verenigingen maakten gebruik van het gebouw, zoals een vrouwenvereniging, een meisjes- en jongensvereniging en de zangverenigingen.

    De school was daarmee een gemeenschapshuis geworden, maar wel alleen van de protestant-christelijke zuil. Eind jaren zeventig is het oude Annahuis afgebroken.

    Dankzij een groots opgezette inzamelingsactie die 120.000 gulden opbracht, kon het nieuwe Annahuis in 1979 gebruik worden genomen. Het gebouw werd geopend door mr. Rudolph F.C. baron Bentinck van Schoonheten.

    De Annaschool, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C10

    Loop het klinkerstraatje uit en ga daar linksaf. Loop het steegje in links van het vierkante grijze pand. Halverwege het steegje zie je informatiebord C10.

  • C10. De Beumershein, Raalte

    C10. De Beumershein

    Tussen Grandcafé Neuf op de hoek met De Plas en de kaaswinkel stond vroeger de Beumershein, in heel vroeger tijden de Cruushof genoemd. Dit was de boerderij van Marinus Durberg, in het dorp bekend als Mariens van de Beumer.

    Mariens was de laatste eigengeërfde boer die midden in het dorp Raalte woonde. Raalte was vroeger onderdeel van de marke Raalterwoold. In de eerste helft van de 19e eeuw zijn de meeste marken opgeheven en onderdeel van een gemeente geworden.

    Vroeger was Salland verdeeld in marken: begrensde - gemarkeerde - gebieden waarin een aantal hoeven stond. Elke hoeve had een stuk eigen grond van 16 morgen: in Salland ongeveer 20 hectare. De rest van de marke was gemeenschappelijk bezit.

    ‘Dit gemeenschappelijke bezit’ bestond vooral uit heidevelden (het veld), wei- en hooilanden (de maden) en moerassige graslanden en bossen (broeklanden). Aan een hoeve was een recht van aandeel in de gemeenschappelijke gronden verbonden: een ware of waardeel.

    Deze bepaalde de gebruiksrechten in de marke, zoals het laten weiden van vee, het steken van turf, het kappen van bomen voor timmerhout, enz. De eigenaren van deze ‘gewaarde hoeven’ die er ook woonden, werden eigengeërfde boeren genoemd.

    Op de Beumershein werd eeuwenlang rogge en bieten verbouwd en wat vee gehouden, veelal voor eigen gebruik. Tot de jaren vijftig grensde de Beumershein aan landbouwgrond, die reikte tot aan de parkeerplaats op de Domineeskamp.

    Mariens van de Beumer had geen kinderen en veel grond van de boerderij was in de jaren vijftig en zestig onteigend ten behoeve van de uitbreiding van Raalte. Nadat Mariens in 1978 stierf, woonde zijn broer er enkele jaren.

    Daarna stond het leeg, verkrotte het en werd het in 1987 gesloopt. Ook de twee lindebomen voor de boerderij werden gekapt.

    Verhaal van de Beumershoeve, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C11

    Loop het steegje uit en ga rechtsaf de Grotestraat in. Na 15 m. zie je rechts informatiebord C11.

  • C11. Pand Korbeld

    Pand Korbeld, Raalte

    Voordat de Grote Markt ontstond door de afbraak van herberg De Zwarte Arend, bestond de naam ‘Grotestraat’ niet. Samen met de Herenstraat en de Brugstraat was het de Langestraat, die liep van hotel De Zwaan tot aan de Daggertsbrug.

    Het is een straat met enkele belangrijke gebouwen in de Raalter historie en waar vroeger enkele markante Raaltenaren woonden. Het pand waarin nu Bloemenhuis Korbeld is gevestigd, werd in 1780 als het ‘pand Salomons’ aangekocht door het kerspel Raalte.

    Het pand wordt ingericht als school en dit blijft het tot 1881, wanneer er in de huidige Schoolstraat een nieuwe school wordt gebouwd. Vanaf 1882 doet het dienst als gemeentehuis, al worden vergaderingen in Het Münsterse Posthuis gehouden.

    Burgemeester Kerssemakers vindt het pand ‘hoogst onaanzienlijk van uiterlijk, gebrekkig van inrichting en bekrompen van afmeting en het mist eigen karakter’. In 1926 stond er een nieuw gemeentehuis aan de Zwolsestraat. Het pand heeft hierna ook nog het belastingkantoor gehuisvest.

    Kaltie, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C12

    Loop 30 m. verder, links zie je informatiebord C12.

  • C12.Verdwenen verleden, Raalte

    C12.Verdwenen verleden, Raalte

    Vroeger werd Raalte omschreven als een mooi dorp met een intiem plein bij de oude Plaskerk. De panden aan de Grotestraat en Herenstraat hadden mooie gevels en omdat deze straten niet te breed waren, hing er een intieme sfeer.

    Tot in het centrum stonden er oude bomen, wat het nog meer charme gaf. In de vernieuwingsdrang van de jaren vijftig, zestig en zeventig is er helaas veel verdwenen.

    Toen de havezate De Hofstede en boerderij Schrader aan de rand van het dorp werden gesloopt, was er nog wel verzet. Later, toen de oude panden van het postkantoor en hotel De Zwaan werden geofferd voor het verkeer, werd er weinig meer gezegd.

    Men was eraan gewend geraakt. In de Herenstraat en Grotestraat kwamen steeds meer panden in het bezit van projectontwikkelaars. Met zo weinig mogelijk investeringen werden deze geschikt gemaakt om verhuurd te worden aan winkelketens.

    De oude gevels werden vervangen door goedkope standaardpuien met erachter een vierkante, sfeerloze ruimte. En was een oud pand zoals de Beumershein niet rendabel te maken, dan werd het gewoon vervangen door nieuwbouw.

    Tegenwoordig zien we wel in dat de vernieuwingsdrang te ver is doorgeslagen. Een aantal panden heeft moedig standgehouden en het besef is er dat we er zuinig op moeten zijn. Ook wordt er in het centrum geprobeerd om terug te brengen wat verdwenen is: de sfeer en intimiteit van het Raalte van weleer.

    Koperen Ko, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C13

    Loop 50 m. verder naar het einde van de Grotestraat. Rechts zie je informatiebord C13.

  • C13, Café Poppe

    C13. Café Poppe

    De eerste vermelding van het pand waarin nu bierbrasserie Zuiderbuur is gevestigd, dateert uit 1816. Eigenaar Jan Overweg heeft toen herberg De Kroone met schuur en grond verkocht aan ene Lodewijk Kutschrütter.

    Tot de opheffing in 1845 werd in deze herberg de jaarlijkse vergadering van de marke Raalterwoold gehouden.

    Café De Kroon/Poppe was lange tijd een herberg waar varkenskooplui uit de verre omgeving kwamen om in Zwolle naar de veemarkt te gaan. Bij De Kroon werden de paarden gewisseld; in de schuur achter het café stonden zeven ruilpaarden.

    Met een ruilpaard kon men de weg naar Zwolle vervolgen; terug uit Zwolle werd in Raalte opnieuw gewisseld, nadat er eerst een borreltje genomen was in het café.

    Op de woensdagmorgen - marktdag - werden de paarden en wagens van de boeren die met hun koopwaar naar de markt kwamen, hier ook gestald. In de schuur was er plek voor wel veertig paarden en wagens.

    In 1932 kocht Herm Poppe bij een publieke verkoop café De Kroon. Met de aankoop was een flink bedrag gemoeid en dus werd in het begin van alles aangepakt. Zo werd bij de boeren melk gehaald, en die werd weer in kannetjes naar de klanten gebracht.

    In de schuur werden varkens gehouden, reden voor de buren om te klagen over stankoverlast.

    kastelein Kamphuis, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C14

    Ga linksaf de Brugstraat in en steek de straat over op een veilig punt. Na 175 m. zie je informatiebord C14.

  • C14. Het marechausseegebouw

    C14. Het marechausseegebouw

    In 1890 kwamen toenmalig burgemeester Osse en enkele Raalter notabelen bij elkaar: veldwachter Ariëns kon de openbare orde in zijn eentje niet meer handhaven.

    De oorzaak was de komst van veel ‘vrêmd volk’, zoals grondwerkers, schippersvolk en bouwlieden: door de komst van het spoor en de aanleg van het Overijssels Kanaal werd Raalte verbonden met de rest van Nederland.

    Maar ook de Raalter bevolking lustte wel wat en dit leidde tot openbare dronkenschap en vechtpartijen. Er werd een dringend beroep gedaan op de marechaussee.

    Er werd daarom een bereden brigade gevestigd in een pand aan de Zwolseweg, waar nu het oude gemeentehuis staat. Van 1901 tot 1923 waren de panden Brugstraat 45a-47 in gebruik als kazerne van de marechaussee.

    Als je goed kijkt, zie je de contouren van het oorspronkelijke gebouw nog. In 1924 nam de marechaussee een nieuwe kazerne in gebruik aan de Zwolsestraat, die in 1987 is afgebroken.

    De marechaussee is tot het begin van de oorlog in Raalte gebleven, na de oorlog werden de taken van de marechaussee overgenomen door de Rijks- en Gemeentepolitie.

    het marechausseegebouw, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C15

    Loop 80 m. door naar de brug. Voor de brug zie je informatiebord C15.

  • C15. Leeren Lampe Daggertsbrug

    C15. Leeren Lampe Daggertsbrug

    De Daggertsbrug is de oudste ophaalbrug van Raalte. Hier kruiste de oude weg van Raalte naar Almelo het Overijssels Kanaal. Nu ligt de brug centraal in Raalte, maar tot 1950 was er aan de overkant van het kanaal de Raalter Enk, met weinig bebouwing.

    In 1858 werd het kanaal Deventer-Raalte-Lemelerveld opengesteld, als zijtak van het Overijssels kanaal tussen Zwolle en Almelo. Dit was een belangrijke mijlpaal voor de industrialisatie en verdere ontwikkeling van Raalte.

    Toen echter in de jaren zeventig van de vorige eeuw het openhouden van het kanaal te duur bleek te zijn, werd voorgesteld het kanaal voor de scheepvaart te sluiten.

    Er volgden hevige protesten van de Raalter ondernemers, en in 1974 werd er zelfs een vikingtocht met een heuse vikingboot gemaakt naar Den Haag, met als slogan ‘Lös det Knaal’. Het haalde niets uit en Raalte verloor hierdoor enkele grote bedrijven.

    Na de sluiting bleef de gemeente zitten met enkele verkeersknelpunten, o.a. bij de Daggertsbrug. Na jaren van besluiteloosheid werd er plotseling voortvarend gewerkt aan een oplossing.

    De politiek wilde de oude, krakkemikkige en aftandse ophaalbrug direct bij het oud ijzer zetten. Maar in dat geval had men toch te weinig oog voor het historische karakter van de brug en ook voor de beeldbepalende uitstraling voor de omgeving.

    Rechts over de brug staat het verbouwde pand van ‘De Leeren Lampe’ waarin nu een uitgaanscentrum is gevestigd. Het was eeuwenlang een herberg annex café aan de rand van Raalte. In 1929 kwam de herberg in handen van de familie Oosterlaar.

    Zijn nazaten hebben van de eenvoudige herberg - later schipperscafé - het grootste horecabedrijf in de regio gemaakt. Op de foto is de Leeren Lampe te zien zoals het was voor de totale verbouwing in 1971.

    De Leeren Lampe en de Daggertsbrug, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C16

    Ga niet over de brug, maar linksaf het fiets-/voetpad op langs het kanaal: de Mettingenlaan. Na 100 m zie je informatiebord C16.

  • C16. De kanaalzone

    C16. De kanaalzone, Raalte

    In 1858 werd de zijtak Lemelerveld-Deventer van het Overijssels Kanaal geopend. Met het verharden van de wegen naar Deventer en Zwolle en de aanleg van een spoorlijn rond 1880 werd Raalte verbonden met de rest van het land.

    Dit zorgde ervoor dat een heel aantal bedrijven zich vestigde in Raalte, vooral langs het kanaal. Langs het kanaal vestigden zich twee betonfabrieken, een veevoederfabriek, een zuivelfabriek, een rubberfabriek en een deurenfabriek.

    Op een betonfabriek na zijn alle bedrijven verplaatst of overgenomen. De voormalige fabrieksterreinen met hun lelijke loodsen en silo’s zijn veranderd in aantrekkelijke woonwijken langs het water: een geslaagd voorbeeld van stadsinbreiding.

    Aan de overkant van het kanaal stonden eerst de oude pakhuizen van Geertman. Later werden deze door ABTB, de Rooms-katholieke landbouwcoöperatie, gebruikt. In de jaren zestig werden er hoge silo’s neergezet.

    De gemeente werd onder druk gezet om een vergunning voor de lelijke gebouwen af te geven, want er werd gedreigd dat de werkgelegenheid anders naar Deventer zou gaan. De silo’s werden begin jaren negentig afgebroken.

    Het zou echter tot 2016 duren voordat de laatste loodsen zouden zijn afgebroken en vervangen door woningbouw.

    De Kanaalzone, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C17

    Ga na 100 m. rechts de Botermakersbrug over. Steek de Kanaalstraat OZ over en ga het voetpad links voor je in. Dit voetpad komt uit op de Koningsspil. Loop 170 m. verder en ga dan linksaf de Maalsteen in. Na 50 m. zie je informatiebord C17

  • C17. De Raalter Enk

    C17. De Raalter Enk

    Grote delen van Salland bestaan uit dekzand dat hier is neergelegd in de laatste ijstijd. Het is een vrij vlak landschap met enkele meters hoogteverschil tussen de dekzandruggen en de lagere delen, die vaak behoorlijk nat waren.

    Op de drogere zandruggen konden akkers worden aangelegd. Deze hogere akkerbouwgebiedjes worden in Salland enken genoemd en in Drenthe en Twente essen. De eerste boeren vestigden zich vaak op de rand van hoog en laag.

    Zo is er aan de oostkant van de Raalter Enk bij een booronderzoek een IJzertijd-nederzetting aangetroffen. Aan de zuidoostzijde van de Raalter Enk was er nog een kleinere enk, De Zegge genaamd.

    In de jaren negentig zijn hier een nederzetting en grafveld uit de IJzertijd gevonden, plus een huisplaats uit de 12e eeuw. Zand is van nature onvruchtbaar en daarom werden de enken jaarlijks met dierlijke mest bemest.

    Zo ontstond er in de loop der eeuwen bovenop de enk een laag uiterst vruchtbare grond - een esdek - van zo’n 50 tot 75 cm dik. Dit ging door tot in de negentiende eeuw, toen kunstmest werd uitgevonden.

    Men was niet meer afhankelijk van dierlijke mest en zo konden de uitgestrekte ‘woeste gronden’ - meestal ‘het veld’ genaamd - ook voor de landbouw in gebruik genomen worden. In de lage nattere delen kon het vee grazen.

    Als het te nat was, werd het gebruikt als hooiland of bleef het vochtig bos met elzen, essen en wilgen. Dit werden de maten/maden, mars, het broek of het blek genoemd. Vergelijk de woorden eens met het Engels: meadow = weiland, marsh = moerassig gebied en brook = beek.

  • route naar C18

    Loop de Maalsteen uit en ga linksaf de Enkstraat in. Na 160 m. volgt informatiebord C18.

  • C18. De Enkstraat

    C18. De Enkstraat

    De Enkstraat was vroeger een straat met een bonte verscheidenheid aan mensen en beroepen. Er was een kolenboer, stukadoor, klompenmaker, botermaker, kruidenier, caféhouder en een geweermaker. Ook stond er een molen, toepasselijk de Enkmolen genaamd.

    Al waren het individualisten, het was een buurt waarbij het motto ‘eenheid in verscheidenheid’ heel goed paste. Dit is ook terug te vinden in het aanzicht van de huizen. Geen huis is hetzelfde, maar toch valt er geen pand uit de toon.

    Met hard werken zijn de huizen opgetrokken en ontstond er aan de rand van de Raalter Enk een buurt met nog steeds een eigen, saamhorig karakter waar het Sallandse dialect nog veel te horen is.

    Voor de Enkstraat geldt nog steeds: ‘D’r bint ma twee soorten leu: an disse kaante van ’t kanaal en an ginne kaante’.

    De Enkmolen, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C19

    Loop de Enkstraat uit en ga over de Enkbrug. Aan de overkant zie je informatiebord C19.

  • C19. De Zuivelfabriek

    C19. De Zuivelfabriek

    Vergeleken met andere zuivelfabrieken in Nederland werd de fabriek in Raalte betrekkelijk laat opgericht. Uiteindelijk werd in 1916 door de boeren in Raalte het besluit genomen de melk in een coöperatie te verwerken.

    Daarvoor maakten de boerinnen op de boerderij zelf de boter die daarna op de wekelijkse botermarkten in Zwolle en Raalte verkocht werd. Blijkbaar waren de prijzen goed genoeg, want er was aanvankelijk veel verzet.

    In 1917 was de fabriek gereed. In de jaren daarna ging het de fabriek goed en het beleid werd flink ontwikkeld. Ondanks de crisis in de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog werd er gemoderniseerd en uitgebreid.

    In de jaren zeventig verdwenen de zo vertrouwde melkbussen en maakten plaats voor melktanks. In 1986 werden er zelfs nog plannen gemaakt om een groot deel van de productie naar Brazilië te exporteren, maar melkgigant Coberco verscheen ten tonele.

    Uiteindelijk werd de fabriek in 1992 gesloten en hield op te bestaan. Raalte was daarmee weer een stuk historie armer. Wat nog herinnert aan de melkfabriek is het ‘zuiveltableau’ aan de gevel op de hoek van de Schoolstraat en Mettingen-laan.

    Hierop wordt de bereiding van de zuivel vanaf de boerderij tot de melkfabriek uitgebeeld. Ook de Zuivelhof, de naam van één van de straten op het voormalige fabrieksterrein verwijst naar de voormalige fabriek.

    De Zuivelfabriek, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C20

    Loop de Schoolstraat in. Na 100 m. volgt informatiebord C20.

  • C20. Zo gingen de molens...

    C20. Zo gingen de molens...

    De Schoolstraat werd tot het eind van de 19e eeuw de Molenweg genoemd. Het was een toepasselijke naam, want op de plaats waar nu de Wibra en een supermarkt is (De Molenhof), stond een oliemolen.

    Op de hoek van de huidige Schoolstraat en Molenweg stond iets naar achteren de pel- en korenmolen van Hooglugt, gebouwd in 1853.

    De Molenweg liep langs deze molens. Op een oude kaart staat dat de molen van Hooglugt een tras- en pelmolen was. Een trasmolen vermaalde tufsteen tot zogenaamde tras, dat werd gebruikt in cement en mortel. Een pelmolen haalde het kaf af van meestal gerst- en later rijstkorrels.

    Hiervoor was minimaal windkracht 6 nodig, dus vaak kon er niet gepeld worden. Daarom had deze molen naast pelstenen ook maalstenen, zodat er bij minder wind graan gemalen kon worden.

    In 1916 werd de molen van Hooglugt als windkoren- en pelmolen verkocht aan een coöperatie die later de ‘Coöperatieve Aankoopvereniging en Maalderij Samenwerking voor Raalte en omstreken’ zou heten. De Hooglugt molen werd in 1929 afgebroken.

    De coöperatie bouwde onder de naam Coöperatieve Landbouw Vereniging (CLV) op deze plaats een hoge, lelijke silo. Na een aantal fusies werd deze silo in 1992 samen met de zuivelfabriek afgebroken. Op het vrijkomende terrein werden woningen gebouwd.

    De huidige Molenweg, die rechts van fa. Zwakenberg begint, herinnert nog aan deze molen.

    Zo gingen de molens, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C21

    Loop 100 m. door, rechts voor je zie je voor fa. Rienties informatiebord C21.

  • C21. De Varkensmarkt

    De Varkensmarkt, Raalte

    De Varkensmarkt heeft tegenwoordig een onduidelijk begin en einde. De Kerkstraat gaat over in de Varkensmarkt, die op zijn beurt weer overgaat in de Schoolstraat. En van een plein waar een markt kan worden gehouden, is al helemaal geen sprake.

    Vroeger was dit wel zo en de Varkensmarkt is dan ook onherkenbaar veranderd. Raalte had vroeger veel bomen en werd destijds in de boeken beschreven als één van de mooiere dorpen: ’lommerrijk en goed in de verf’.

    Voor de huizen langs de Varkensmarkt stonden vroeger veel lindebomen, die zorgden voor beschutte en intieme sfeer. Vroeger stond het oude hotel De Zwaan dwars op de straat tussen de Kerkstraat en de Varkensmarkt.

    Tussen de Kerkstraat en de Varkensmarkt was er zo een nauwe doorgang, waarna er een plein was dat steeds smaller werd richting de Schoolstraat. Naast de warenmarkt had Raalte vroeger ook verschillende markten waar levende have werd verhandeld.

    Menigeen zal nog weten dat op de Varkensmarkt – hoe kan het ook anders – varkens werden verhandeld. De kippenmarkt was te vinden op de plaats waar nu het Kulturhus staat en de veemarkt op de Grote Markt.

    Op de Grote Markt werd lange tijd ook de wekelijkse warenmarkt gehouden. Dit ligt bij veel (oud-)Raaltenaren nog vers in het geheugen: goede handel en veel gezelligheid. Nog altijd is de wekelijkse warenmarkt een uitje voor veel Raaltenaren.

    In 1861 vond in Raalte ook de eerste wekelijkse botermarkt plaats. Hier konden de boeren hun gekarnde boter verhandelen. Dat dit een goede markt was, blijkt wel uit het feit dat Raalte relatief laat een zuivelfabriek kreeg, want er was veel verzet.

    De aanwonenden van de Varkensmarkt hadden allerlei beroepen. Zo was er in het pand van Lemonade een slager gevestigd en ernaast een textielhandel. Verder waren er een timmerman, kuiper en schoenmaker te vinden.

    Waar nu de Wibra en een supermarkt te vinden zijn (De Molenhof), was vroeger een olie- en graanmaalderij, met in vroeger tijden een oliemolen.

    Op de hoek van de Varkensmarkt met de Molenhof bevindt zich pannenkoekenhuis Laurel’s. Oorspronkelijk heette dit marktcafé ‘Het Witte Kruis’. Een eerste vermelding komt uit het jaar 1772 als Dereck Kortenhorst deze herberg overneemt.

    Tegelijkertijd kreeg Kortenhorst van zijn vriend Hendrik Beerenburg een aloud recept met de naam Beerenburg. De kruidenbitter die volgens dit recept gemaakt werd op de Varkensmarkt, is nog steeds te koop onder de naam Woolderink Beerenburg.

    café 't Witte Kruis, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C22

    Loop het weggetje rechts voor je in, langs het pand van fa. Rienties. Ga aan het einde rechts, de Stationsstraat in. Na 130 m. zie je informatiebord C22.

  • C22. De Joodse gemeenschap

    C20. De Joodse gemeenschap

    De joodse gemeenschap van Raalte ontstond in het begin van de 18e eeuw. Het aantal joden in Raalte varieerde nogal: van 11 in 1748 tot 65 rond het jaar 1900. Vanaf 1830 werd de joodse begraafplaats aan de Oude Molenweg in gebruik genomen.

    Vanaf 1838 was er een synagoge. De exacte locatie hiervan is onbekend. De synagoge hier aan de Stationsstraat werd in 1889 ingewijd.

    Helaas is het merendeel van de joodse bevolking in de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd en omgebracht in de vernietigingskampen in het huidige Polen. Slechts één joodse inwoner van Raalte keerde terug.

    In 1943 werd de synagoge leeggeroofd. Wat er met het interieur, de Torah-rollen en rituele voorwerpen is gebeurd, is niet bekend. Het archief van de joodse gemeente werd gestolen door de SS. Daarna werd de synagoge gebruikt als opslagplaats.

    Voor de panden Stationsstraat 15 en 17 liggen zeven stolpersteine die herinneren aan de familie Lutraan die hier woonde. Aan de rechterkant van nr. 17 was in het bijgebouw een koosjere slachterij gevestigd.

    Na de oorlog werd de synagoge verkocht en werd het gebouw eerst gebruikt door de Vrij Evangelische Kerk en vanaf 1985 door de Vrij Katholieke Kerk. In 2018 is het verkocht aan de huidige eigenaren en in gebruik als stilte- en bezinningscentrum.

    Sinds 2018 wordt er gemiddeld eens in de drie weken weer een dienst gehouden door de joodse gemeente Beth Shoshanna.

    De Joodse gemeenschap, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C23

    Ga linksaf de Brinkerstraat in en ga aan het einde links, de Korenstraat in. Blijf links op het trottoir. Na 100 m. zie je informatiebord C23.

  • C23. Zwanewoerd

    C23. Zwanewoerd

    Zwanewoerd was het eerste katholieke bejaardentehuis in Nederland. Na de oorlog werd steeds duidelijker dat ouderen betere huisvesting nodig hadden. Vaak woonden grootouders, ouders en kinderen samen in één huis, wat soms moeilijk was.

    Pastoor Stokman besloot een landelijke organisatie op te richten om betere huisvesting voor ouderen te bevorderen. Na de oorlog vond de toenmalige minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, In 't Veld, dit een goed idee.

    De aartsbisschop van Utrecht, kardinaal de Jong, was enthousiast en beloofde volledige steun. Hij gaf geld aan de initiatiefnemers om de plannen uit te werken. Raalte werd ook gekozen als plek voor een bejaardentehuis.

    De gemeente steunde pastoor Stokman ook. Zo werd Raalte de eerste plek met een bejaardentehuis dat bestond uit zelfstandige woningen voor ouderen die ook zorg konden krijgen in het hoofdgebouw. Op 16 juni 1950 werd Zwanewoerd officieel geopend.

    Tegenwoordig maakt Zwanewoerd deel uit van de ZorgGroep Raalte. Het concept is onveranderd: rondom het zorgcentrum worden 25 aanleunwoningen en 36 appartementen in een serviceflat verhuurd. De bewoners kunnen gebruik maken van de zorg in het hoofdgebouw en er is ook een buurtcentrum.

    Swaenewoerd en Poepershoek, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C24

    Je ziet voor je een klein plantsoen. Houd links aan en ga het kleine weggetje in. Dit is de De Blekstraat. Na ongeveer 50 m. zie je rechts informatiebord C24.

  • C24. De Poepershoek

    C24. De Poepershoek

    De huisjes aan het begin van de Blekstraat worden samen 'de Poepershoek' genoemd. In de 19e eeuw kwamen veel Duitse marskramers die handelden in textiel - tödden of teuten genaamd - naar Nederland en zo ook naar Raalte. Deze mensen trokken van markt tot markt met door huiswevers geweven textielgoed.

    Veel tödden waren Duitse jongemannen die ‘poepen’ werden genoemd. ‘Poepen’ is afgeleid van het Duitse ‘buben’, dat ‘jongens’ betekent en zo is deze benaming verklaard. De marskramers waren gespecialiseerd, zo waren er läppiespoepen en fijndoekspoepen.

    De tödden hadden vaste plaatsen waar ze overnachtten en waar ze een kleine voorraad goederen opsloegen. De buurt waar deze poepen verbleven, werd al gauw de Poepershoek genoemd. Op het pand De Blekstraat nr. 4 staat nog een schildje dat hieraan herinnert.

    Nog steeds staat hier een aantal kleine huisjes. Bijzonder dat ze er nog staan, want in de jaren vijftig was één van de huisjes nog onbewoonbaar verklaard. Zo'n huisje bestond uit een kleine woonkamer, twee kleine slaapkamertjes of een beddenstee en achter de woonkamer een deel voor een koe of geit.

    Op de kleine hilde (een opslagzolder) boven de deel bewaarde men stro of hooi en daar was altijd wel een plaatsje te vinden voor een paar mensen. Tijdens de speciale jaarmarkten in mei en september kwamen er ook kermisgasten naar Raalte toe.

    Acrobaten, de boeienkoning, goochelaars, muzikanten: al deze gasten moesten ergens slapen. Geld voor een logement was er niet en in de Poepershoek was er voor weinig geld altijd wel een plekje te vinden.

  • route naar C25

    Einde weg rechtsaf (scherpe bocht). Na 30 m. de Kruisstraat oversteken en linksaf. Na ong. 40 m. rechtsaf het pad inlopen dat achter de kerk langs leidt. Ga langs het hek en loop het pad uit (130 m.) en ga rechtsaf het pad op dat naar het kerkhof loopt. Voor het kerkhof zie je informatiebord C25.

  • C25. Roomskatholieke kerkhof

    C25. Roomskatholieke kerkhof

    Het kerkhof van de parochie van de Heilige Kruisverheffing is in 1926 aangelegd. De initiatiefnemer, pastoor Sprakel, werd in maart 1927 als eerste begraven. Al ligt het kerkhof in het centrum van Raalte, het is een baken van rust.

    Het kerkhof valt verder op door de symmetrie. De opvolger van pastoor Sprakel liet in 1928 niet alleen de aangrenzende pastorie bouwen, maar ook de identieke lijkenhuisjes links en rechts van de ingang.

    Het centrale pad leidt naar de Gedachteniskapel en wordt aan beide zijden begrensd door een taxushaag. Tussen het overlijden en het begraven van een parochiaan brandde een licht in het torentje van de kapel.

    Onder de kapel is een grafkelder waarin enkele priesters van de parochie zijn begraven.Het kerkhof was in gebruik tot 1970. De parochie wilde eind jaren negentig de begraafplaats weer opnieuw in gebruik nemen.

    Aan het begin van deze eeuw is het kerkhof daarom zorgvuldig heringericht. Eerst zijn alle aanwezige graven nauwkeurig geïnventariseerd. Daarna zijn er bij ongeveer vijfhonderd graven de stoffelijke overschotten dieper begraven.

    Veel kindergraven zijn geruimd en de stoffelijke overschotten zijn onder het aanwezige kindermonument begraven. Zo is er weer ruimte ontstaan voor nieuwe graven, maar alleen parochianen mogen hierin begraven worden. Ook is er een urnenzuil gemaakt.

    Op het kerkhof is ook een monument te vinden voor een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de Rooms-katholieke kerk. De kerk verbood lange tijd dat ongedoopten op gewijde grond werden begraven.

    Doodgeboren baby’s die niet gedoopt waren, werden op een aparte, niet gewijde plek aan de rand van het kerkhof begraven, soms zelfs achter een heg. De vaders moesten het kind vaak zelf begraven. Dit heeft in het verleden voor veel verdriet gezorgd.

    het Rooms-katholieke kerkhof, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C26

    Loop 30 m. links voor het kerkhof langs en ga rechtsaf. Je ziet rechts het kerkhof en links voor je een school. Loop de weg uit (150 m.) en ga linksaf de Monumentstraat in. Loop de straat uit en steek de Zwolsestraat over. Bij het monument voor oorlogsslachtoffers staat informatiebord C26.

  • C26. De landbouwwinterschool

    C26. De landbouwwinterschool

    In 1896 werd de Rooms-katholieke Aartsdiocesane Boeren- en Tuinders Bond (ABTB) opgericht. Het hoofdbestuur zetelde in Arnhem en in het katholieke deel van Nederland waren overal lokale afdelingen.

    Sinds de oprichting van deze bond waren er al voorstellen gemaakt om een landbouwwinterschool in Overijssel op te richten. Er werd echter een hevige strijd tussen Salland en Twente gevoerd over de plaats waar deze school moest komen.

    Lokale Sallandse afdelingen van de ABTB brachten geld bijeen en de provincie Overijssel kwam met een renteloos voorschot. Op aandrang van burg. Kerssemakers nam de gemeente een groot deel van de stichtingskosten van de school voor haar rekening.

    Dit gebeurde in de vorm van een jaarlijkse bijdrage in rente en aflossing. Zo was voor het hoofdbestuur van de ABTB de keuze van de vestigingsplaats snel gemaakt: Raalte kreeg deze school.

    In 1919 werd daarom de huisplaats van de vroegere havezate De Hofstede plus een ernaast gelegen perceel van 2,5 hectare gekocht. Dit pand, gelegen in een park en omgeven door een gracht, was een van de mooiste delen van Raalte.

    Architect M. Roebbers uit Deventer ontwierp een schoolgebouw dat paste bij de omgeving en op 1 oktober 1920 kon de Landbouwwinterschool officieel geopend worden. Naast de landbouwwinterschool werd er in 1926 ook een landbouwhuishoudschool geopend.

    Aanvankelijk vond het onderwijs plaats in twee geïmproviseerde lokalen van de dorpsschool aan de Schoolstraat. In 1939 werd aan de Zwolsestraat de nieuwe huishoudschool geopend.

    Tegenwoordig is dit het Hofstedehuis, een kleinschalige woonvoorziening voor dementerende ouderen. De voormalige huishoudschool is een gemeentelijk monument.

    In 1964 nam de ABTB een dramatisch besluit. Om de landbouwwinterschool te kunnen uitbreiden, werd besloten tot nieuwbouw. Hierom werden De Hofstede en de school uit 1920 afgebroken om plaats te maken voor een sfeerloos noodgebouw.

    Zonder enig historisch besef gaf de gemeente de sloopvergunning af. Misschien hebben het vooruitgangsdenken en de banden tussen de katholieke ABTB en de Katholieke Volkspartij, die een meerderheid in de gemeenteraad had, hierbij een rol gespeeld.

    Rond de eeuwwisseling is het noodgebouw afgebroken en is het gebied ingericht als een bungalowwijk.

    De Landbouwwinterschool, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C27

    Loop 25 m. het fietspad in. Ga dan links het onverharde pad in. Volg dit pad tot over het bruggetje. Hier staat informatiebord C27.

  • C27. De Hofstede

    C27. De Hofstede, Raalte

    Tot 1964 stond op deze plaats de voormalige havezate ‘De Hofstede’. Het was een van de mooiste plaatsen in de omgeving van Raalte en was omgeven door prachtige tuinen en een mooi park. Het goed dateert volgens een oude oorkonde uit het jaar 1188 en vanaf 1445 zijn de bewoners bekend.

    Tot 1819 was het in bezit van bekende Overijsselse adellijke families als Van Ittersum en Van Rechteren. In 1675 werd De Hofstede erkend als havezate.

    Dit betekende dat de eigenaar lid was van de ridderschap van Salland. Samen met de ridderschappen van Vollenhove en Twente en de steden Deventer, Zwolle en Kampen vormde zij tot 1795 de Staten van het gewest Overijssel.

    De Hofstede verwisselde nogal eens van eigenaar, het huis en zijn bewoners waren meerdere malen slachtoffer van oorlogsgeweld en vaak waren er financiële problemen. Kortom, De Hofstede heeft geen gelukkige geschiedenis gehad.

    Vanaf 1835 woonden burgemeesters, een arts en een predikant in het huis. In 1879 liet de toenmalige eigenaar mr. G.A. De Vos de Wael, burgemeester van Raalte, het landgoed publiekelijk verkopen. In de periode 1921-1961 deed het dienst als dienstwoning voor leraren van de landbouwwinterschool.

    In 1964 werd De Hofstede afgebroken, onder luid protest van het Cultuur Historisch Genootschap. Alleen de gracht aan de voorzijde en de oude bomen erachter herinneren nog aan de voormalige havezate.

    De Hofstede, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C28

    Ga linksaf en loop de Kennedylaan uit. Ga hier rechtsaf de Zwolsestraat in. Na 50 m. zie je informatiebord C28.

  • C28. Het gemeentehuis

    C28. Het gemeentehuis

    De gemeente Raalte is ontstaan in de Franse Tijd (1795-1813). In 1811 werd het schoutambt Raalte vervangen door de gemeente Raalte. De gemeente werd geleid door de ‘maire’, het Franse woord voor burgemeester.

    Nog lange tijd werd het woord schout of schulte gebruikt. Ten tijde van de schout Willem Berends, die van 1808-1825 als zodanig fungeerde, was de secretarie gevestigd in diens woning, het zogenaamde Schultenhuis aan de Deventerstraat.

    Berends werd als burgemeester opgevolgd door Willem Stolte. Deze betrok als zijn woning ‘De Hofstede’ aan de Zwolsestraat, waar ook de secretarie werd ondergebracht.

    Toen de heer mr. G. A. Vos de Wael in oktober 1851 Stolte als burgemeester opvolgde, werd een vertrek in diens woning - ‘de villa’ - aan de Zwolsestraat als secretarie ingericht. Dit pand stond op de plaats waar nu het oude gemeentehuis staat.

    Toen Vos de Wael in 1879 de Hofstede betrok, werd ook de secretarie weer naar dat pand overgebracht en bleef daar tot 1882. In dat jaar werd de vroegere dorpsschool aan de Grotestraat als gemeentehuis in gebruik genomen, nu bloemenhuis Korbeld.

    Na het overlijden van de heer Vos de Wael kwam de ‘de villa’, inmiddels bewoond door een dokter, in de verkoop. In 1924 werd het pand met het bijbehorende terrein gekocht door de gemeente.

    De bedoeling was het aangekochte herenhuis grondig te verbouwen en eventueel te vergroten en het in gebruik te nemen als gemeentehuis. In 1926 werd het nieuwe gemeentehuis geopend. De uitbouw aan de voorzijde werd de burgemeesterskamer.

    Veertig meter verderop, op de hoek van de Zwolsestraat en de Vos de Waelhof werd in 1923 het gebouw van de marechaussee gebouwd. Ook dit gebouw werd in de jaren zestig gesloopt en op de plaats ervan kwam er een functioneel bedrijfsgebouw te staan.

    In 2008 is hier echter een appartementencomplex gebouwd in de stijl van het oude marechausseecomplex. Een stukje compensatie voor alles wat in Raalte verdwenen is.

    het gemeentehuis, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C29

    Loop 75 m. door naar de grote t-splitsing. Ga hier rechtsaf en houdt rechts aan. Dit is de Burgemeester Kerssemakersstraat. Na ongeveer 100 m. staat informatiebord C29 aan de overkant van de straat. Steek hier over.

  • C29. Het Spinhuis

    C29. Het Spinhuis

    Het voormalige Spinhuis in Raalte diende als gevangenis voor vrouwen. De naam verwijst naar wat de vrouwelijke gedetineerden vroeger in het gevang deden: het spinnen van katoen en garen. Er wordt vermoed dat er ook mannen gevangen hebben gezeten.

    Dit is niet zeker vanwege de beperkte informatie over de vroege geschiedenis van het gebouw. De oudste vermelding van het pand stamt uit 1832, toen het eigendom was van schoenmaker G. Bleumink. Rond 1854 werd het in gebruik genomen als gevangenis.

    Het Spinhuis was in eerste instantie de plek waar verdachten tijdelijk werden opgesloten. Er zal geen sprake zijn geweest van het huisvesten van langgestraften; kortgestraften zullen er hun straf waarschijnlijk wel hebben uitgezeten.

    Voordat het Spinhuis als gevangenis dienst deed, werden gevangenen in de toren van de Plaskerk opgesloten. In 2004 verwierf de toenmalige woningbouwvereniging BWS, nu onderdeel van SallandWonen, het historische Spinhuis. Hierna werd het verbouwd tot vier appartementen voor jongeren.

    Bij de opening verklaarde directeur-bestuurder Wim Moggré van SallandWonen: ‘Dat het pand behouden is gebleven, is eigenlijk een beetje toeval. Ik heb ook wel een beetje de naam van een sloper. We hadden dit gebouw ook plat kunnen schuiven.’

    Hij opende de voordeur samen met de 92-jarige Bertha Buijs, die het huis aan de ‘BK-straat 11-13’ bewoonde voordat het werd verkocht aan de woningcorporatie. Haar ouders hadden het huis in 1904 aangeschaft.

    het Spinhuis, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C30

    Loop links van het Spinhuis het straatje in naar achteren. Ga aan het einde naar links. Dit is de Willem Stoltehof. Loop deze straat ook uit en ga naar rechts de Westdorplaan in. Loop 75 m. en ga voor de kruising naar links over het zebrapad. Aan de overkant zie je informatiebord C30.

  • C30. De Münstersestraat

    C30. De Münstersestraat

    De Münstersestraat is in 1976 aangelegd. Het moest de verbinding vormen tussen het centrum en de nieuw aangelegde woonwijken van de jaren zestig: Westdorp en de Langkamp.

    Het was een breed opgezette straat volgens de inzichten van deze tijd: autoverkeer moest ruim baan krijgen naar de Grote Markt in het centrum. Er waren zelfs plannen om deze straat door te trekken naar het kanaal, maar daar is het nooit van gekomen.

    De straat eindigt nu een beetje doelloos bij De Plas; laten we het maar als een stukje erfgoed van de jaren zestig beschouwen.

    Aan het einde van de Münstersestraat, bij De Plas, stond vroeger het Münsterse Posthuis. Hieraan was een herberg gebouwd. Waar nu de verf- en behangzaak staat, stond vroeger een paardenstal.

    In 1832 was bij Koninklijk Besluit een paardenwisselstation van de posterijen op De Plas gevestigd. Raalte lag op de postroute Amsterdam-Münster en zo is de naam van de Münstersestraat te verklaren.

    De Münstersestraat, door Gerard Oosterlaar
  • route naar C31

    Loop de Münstersestraat in en ga na 100 m. de Meeleweg in. Ga aan het einde linksaf de Koestraat in. Aan het einde van de Koestraat zie je informatiebord C31.

  • C31. De Koestraat

    C31. De Koestraat

    De Koestraat is één van de oudste straten van Raalte. Het was een sfeervolle straat die aan het eind om het oude postkantoor heen liep en dan ineens bij de Plaskerk uitkwam. Als je de straat inkijkt, staat aan de westkant nog steeds De Meerle.

    Daarachter zag je tot 2023 tussen het groen door de oude pastorie van de Plaskerk. Tussen kerk en pastorie heette het de Domineeskamp. De huidige parkeerplaats voor de supermarkt ligt voor een deel op de oude Domineeskamp en is hiernaar vernoemd.

    Op de hoek van de Koestraat en de Kerkstraat stond de katholieke Mariaschool voor meisjes met het schoolplein. Daarachter stond er aan de oostkant een monumentale boom.

    Tot ver in de twintigste eeuw liepen de koeien van boerderij de Beumershein aan De Plas via deze straat naar hun weidegronden en dit verklaart de naam. Ook dit alles moest wijken. In 1982 werd de Mariaschool gesloopt.

    De oude boom werd gekapt en pal op de straat werd een sfeerloos gebouw neergezet. Toen de dichter Belcampo Raalte eens bezocht, vroeg hij zich af of er hier in de oorlog soms zoveel gebombardeerd was.

    de Koestraat, door Gerard Oosterlaar (Höllenboer)
  • route naar C32

    Ga rechtsaf de Kerkstraat in. Na 130 m. kun je over het zebrapad de straat oversteken. Aan de overzijde zie je informatiebord C32.

  • C32. De Basiliek

    C32. De Basiliek

    De Basiliek van de Heilige Kruisverheffing is een neogotische kerk die in de jaren 1891-1892 gebouwd is naar een ontwerp van architect Alfred Tepe. Hij was één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de neogotiek in Nederland.

    De bouwstijl was een behoudende variant van de Nederrijnse gotiek, die in de late Middeleeuwen ook in het midden en oosten van Nederland voorkwam. Men vond dat dit dé Rooms-katholieke bouwstijl was die van oudsher bij deze streken hoorde.

    Nieuwe kerken moesten dus in deze neogotische stijl worden gebouwd. Kenmerkend voor deze kerken zijn de vele nissen en balustrades. Verder horen de verdiepte spitsboog in de toren met daarachter de ingang bij deze stijl, net als de spitsboog erboven.

    Neogotische kerken zijn bijna uitsluitend met baksteen gebouwd. De achtergrond hiervan was dat er halverwege de negentiende eeuw een hernieuwde, romantische belangstelling was voor middeleeuwse religieuze kunst en architectuur.

    Het was een reactie op de strenge, neoclassicistische gebouwen uit de 17e en 18e eeuw. Daarnaast was er een grote behoefte aan nieuwe, Rooms-katholieke kerkgebouwen.

    In 1848 had Nederland een grondwet gekregen, waarin de scheiding tussen kerk en staat gegarandeerd werd. In 1853 herstelde de paus daarop de Nederlandse bisdommen.

    Na eeuwenlang te zijn achtergesteld, mocht het Rooms-katholieke deel van de bevolking weer openlijk hun godsdienst belijden en nieuwe kerken bouwen.

    De Kruisverheffingskerk wordt vanwege zijn afmetingen in de volksmond wel ‘de kathedraal van Salland’ genoemd. In 1992 kreeg de kerk van de paus vanwege het honderdjarig bestaan de status van basiliek.

    Beurtschipper Jansen de Bonke, door Gerard Oosterlaar (Höllenboer)
  • route terug naar C1

    Loop 50 m. door en steek de straat over via het zebrapad. Je bent nu aan het einde van de wandelroute.