Ontdek Salland
De Germaanse hoogovens uit de Romeinse tijd liggen bij Heeten in Salland
- Leestijd 5 minuten
- 2071 x bekeken
Lees hier over
-
Experts overtuigen
-
Bloeiend Germaans dorp
-
Opvallende ontdekkingen
-
Hoofdman in Heeten
Wie de fietsroute Germanenslinger bij Heeten in Salland fietst, wil vast weten wie de Germaanse geschiedenis als eerste op de kaart heeft gezet. Nou, dat zit zo: “Zoek een leuke hobby”, adviseerde de vrouw van Bert Terlouw uit Raalte begin jaren negentig haar man. Bert ging zich in de archeologie van Salland verdiepen. Hij ontdekte als eerste (in 1993) een bloeiende ijzerindustrie van de Germanen bij Heeten. Mét Romeinse vondsten! En daarmee heeft hij als amateurarcheoloog ook de wetenschappelijke wereld op zijn kop gezet.
“Ik hoorde toevallig dat de graafwerkzaamheden voor de nieuwbouwwijk Hordelman, aan de zuidkant van Heeten, waren begonnen. Dus ik ging er meteen op af met mijn spullen. Zo’n moment is goud waard. Dan kan er van alles bovenkomen. En ja hoor, ik zag wat scherven, die erop wezen dat er vermoedelijk in de Romeinse tijd Germanen hadden gewoond.”
Experts overtuigen
Het kostte Bert nog wel wat moeite om de professionals te overtuigen. Die gingen ervanuit dat er alleen langs de IJssel en Vecht Germanen wat te vinden was. Centraal Salland was ‘leeg’, dachten ze. Maar de Sallandse amateurarcheoloog haalde zoveel schatten naar boven, dat de professionals hem wel moesten geloven.
Inmiddels hebben wetenschappers uit binnen- en buitenland pagina’s vol geschreven. Centraal Salland blijkt juist een heel interessant gebied voor archeologen. Asterix en Obelix zijn opeens ook in Overijssel actueel.
Bloeiend Germaans dorp
Vooral Heeten springt eruit. In de bloeitijd, 250 tot 350 na Christus, woonden hier naar schatting enkele tientallen tot enkele honderden Germanen vanwege de ijzerindustrie. Ze vormden een dorp, waar ook andere ambachten uitgevoerd werden. Er zijn volgens Bert bijvoorbeeld restanten van weefattributen opgedoken. “Maar het draaide wel hoofdzakelijk om de oerwinning en ijzerindustrie.”
“De hoogovens van Salland, zo kun je deze ijzerindustrie eigenlijk wel noemen”, grapt Bert. De kleiovens om ijzer te smelten stonden rij na rij naast elkaar. In de ovens smeedde men ijzer uit oer. Dit is de grond waarin de grondstof voor ijzer zit. Als je die grond verhit, smelten de ijzerdeeltjes en klitten aan elkaar. De restanten, vloeislakken, zien er een beetje uit als hersenen, met van die kronkels dus.
“We hebben bij Heeten heel wat van dit soort vloeislakken gevonden. Als je ijzer gaat verwerken tot wapens, kettingen of landbouwwerktuigen, dan zien de slakken er wat langwerpiger uit. Die kwamen tevoorschijn in Wesepe. In Heeten zijn ze niet gevonden. Dat is bijzonder, want dat betekent dat de Sallandse Germanen het productieproces en verwerkingsproces scheidden. Dat is vrij uniek voor die tijd.”
Opvallende ontdekkingen
Een andere opmerkelijke ontdekking was dat de Germanen die in Salland woonden Romeinse voorwerpen bezaten, zoals allerlei soorten Romeinse potten. Ook zijn er koeienbotten gevonden die groter zijn dan de inheemse koeienbotten, wat erop wijst dat Romeins vee heeft geleefd.
Een van de meest bijzondere vondsten is een Romeinse mantelspeld (fibula) die gefabriceerd is uit twee schijven. Er zijn overal ter wereld heel veel fibula’s gevonden, maar van deze soort bestaat er slechts één andere.
Een andere schat is een bronzen zwijntje. “Samen met een andere vrijwilliger heb ik die bij toeval ontdekt. We waren aan het eind van de dag vondstzakken, troffels en schepjes aan het opruimen. In een kuil zagen we iets uit een aardlaag steken. We haalden het bronzen voorwerp er voorzichtig uit. Een geweldig moment natuurlijk. Het is mogelijk een versiersel van een meubel of een embleem van een Romeinse helm. Romeinse soldaten wilden daarmee laten zien hoe mannelijk ze waren.”
Wél onderling contact!
Dat er Romeinse sporen gevonden zijn in Salland, heeft volgens Bert het denken over de relatie tussen de Germanen en de Romeinen op zijn kop gezet. Tot de jaren negentig namen wetenschappers aan dat beide volkeren lijnrecht tegenover elkaar stonden en de grens van het Rijk niet overstaken, maar inmiddels nemen ze aan dat Germanen handel dreven met de Germanen en onderling trouwden.
Bovendien waren er ook heel wat Germanen die zich als soldaat verhuurden aan de Romeinen en daarna terugkeerden naar hun geboortegrond. Dat laatste zou ook gebeurd kunnen zijn met de eigenaar van het zwijntje.
Hoofdman in Heeten
De bezitter van de prachtige mantelspeld had in elk geval banden met de Romeinen. Het was een rijk en machtig man in Heeten en vermoedelijk ook in Wesepe. Misschien was het een Germaan die opklom tot (onder)officier of het was een Romein die met een Germaanse vrouw trouwde.
Hij woonde in het grootste huis van Heeten, zo’n 43 meter lang. Dat is voor Germaanse begrippen ontzettend groot en mogelijk duidt op een Romeins statussymbool. Tussen de afdrukken van dat huis lagen ook Romeinse haarspelden voor vrouwen en scherven van luxe Romeins aardewerk. “De omliggende boerderijen waren kleiner. Die hadden een porticus, een Romeinse galerij. Dat linkt ook weer aan streken ten zuiden van de Rijn.”
Wat zie je ervan?
Is er van al die Germaanse en Romeinse vondsten nog iets te bespeuren in het Sallandse landschap? Tja, de bodem van de woonwijk Hordelman en bedrijventerrein De Telgen is compleet afgegraven en de vondsten liggen in het depot van de archeologische dienst in Deventer. Nu rest alleen nog een monument aan de Dorpsstraat. Wel merk je aan het begin van de fietsroute dat Heeten op een enk ligt. En wat heel leuk is: vanaf de zomer van 2021 kun je de geschiedenis audiovisueel bewonderen in de Germanenkamer. Daarnaast kun je de wandelroute Oer Vuur IJzer en de fietsroute De Germanenslinger doen.
Bert: “Maar ik heb serieuze aanwijzingen dat in diverse enken - verhogingen in het landschap - die je tijdens de fietstocht ziet, nog heel wat bodemschatten liggen. Dus kijk eens goed naar de grond als je langs de enken bij de buurtschappen Pleegte en Linderte fietst…”